Familie Bleijs - Bleys - Blijs
Levensverhaal van Rebecca Groenteman

Wij willen noemen Rebecca Groenteman
In de joodse traditie is het belangrijk dat namen van overledenen genoemd blijven. Sommige namen kunnen niet meer genoemd worden omdat er geen nabestaanden of overlevenden meer zijn. Rebecca is daar één van.
Rebecca Groenteman wordt geboren op vrijdag 11 augustus 1905 te Amsterdam als dochter van Abraham Groenteman en Sara Stodel. De familie woont al generaties lang in Amsterdam en is van oorsprong joods. Hoe Rebecca's jeugd eruit gezien heeft daar is niets over bekend. Ze is al 31 jaar oud als ze op woensdag 30 juni 1937 te Amsterdam in het huwelijk treedt met Cornelis Willem Blijs, (tak Blijs) zoon van Cornelis Pieter Blijs en Anna Maria Bleiji.
Het stel had geen slechtere tijd uit kunnen kiezen om te trouwen en na drie jaar huwelijk gaan Rebecca en Cornelis op maandag 9 juni 1941 te Amsterdam uit elkaar. Of de ontwikkelingen en de afgekondigde maatregelen tegen de joden hier directe invloed op hebben gehad is ons onbekend. Want op 10 februari 1941 vaardigde Rijkscommissaris Seyss-Inquart een verordening uit waarin werd bepaald dat 'degene die geheel of gedeeltelijk van joodsche bloede zijn en hun verblijf hebben in het bezette Nederlandsche gebied' zich moesten aanmelden.
Door dit soort maatregelen en provocaties van nationaal-socialisten nam de spanning toe. Regelmatig kwam het tot ongeregeldheden waarbij zelfs dodelijke slachtoffers vielen. Als vergelding voor relletjes in Amsterdam werd op 22 en 23 februari 1941 de eerste razzia in Amsterdam gehouden. Vierhonderd joodse mannen werden opgepakt en gedeporteerd naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. In reactie hierop brak de februaristaking uit. Dit was de eerste grote demonstratie tegen de Duitse bezetter.
Rebecca is vanaf haar scheiding spoorloos. Zij zal noodgedwongen ondergedoken zijn want de geschiedschrijving wordt steeds grimmiger.
Hoe was het ook alweer?
Eind 1941 begint de feitelijke deportatie als alle buitenlandse joden - waarvan de meeste Duitse vluchtelingen waren - zich moesten melden voor 'vrijwillige emigratie'. Begin 1942 werd de eerste groep Nederlandse joden uit Amsterdam overgebracht naar speciale joodse werkkampen. Om de deportatie te vergemakkelijken besloten de bezettingsautoriteiten begin 1942 dat alle joden uit een groot aantal gemeenten naar de Amsterdamse jodenwijk moesten verhuizen. Na 3 mei van dat jaar moesten de joden een gele jodenster op hun kleding dragen als zij zich op de openbare weg bevonden.
Ondertussen waren de voorbereidingen voor de deportatie van de Nederlandse joden in een eindstadium gekomen. Op 26 juni 1942 kreeg de Joodschen Raad van Amsterdam van de bezetter te horen dat de joden gedeporteerd zouden worden en dat zij daarbij een rol diende te spelen. De Joodschen Raad zou de selectie moeten doen. In juli 1942 werd het kamp Westerbork door de Duitsers ingericht als Polizeiliches Durchgangslager. Bizar genoeg was in 1939 dit kamp door de Nederlandse overheid opgericht om gevluchte Duitse joden onderdak te geven.
Op 11 juli 1942 protesteerden de Nederlandse kerken tegen de aangekondigde deportatie van de joden. Desondanks werd drie dagen later de eerste grote razzia gehouden op joden in Amsterdam-Centrum en -Zuid. De opgepakte joden werden direct overgebracht naar het Westerbork. Op 16 juli vertrok de eerste trein met Nederlandse joden vanuit het Drentse kamp naar Auschwitz. De 'Endlösung der Judenfrage' in ons land was begonnen. De razzia's en deportaties naar Westerbork duurden tot oktober 1943. Bij de laatste grote razzia in Amsterdam werden 10.000 mensen opgepakt.
Bron: Fragmenten 'De Jodenvervolging in Nederland' - site Geschiedenis.com ...