Familie Bleijs - Bleys - Blijs

Bleijs in Brabant en Vlaanderen
In de Nederlanden was Brabant het eerste gewest waar de standen invloed uitoefenen op het landsbestuur, toegestaan door hertog Jan II in 1312 bij het Charter van Kortenberg. Het hertogdom Brabant omvatte ongeveer de Nederlandse provincie Noord-Brabant en de Belgische provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, alsmede het Brussels Gewest, en was, net zoals de meeste andere gewesten in de Nederlanden, leenplichtig aan de Duitse keizer. Alleen het graafschap Vlaanderen was deels ook leenplichtig aan de Franse koning.
Ook in Brabant werden woeste gronden ter ontginning uitgegeven. In 1340 vinden we in het cijnsboek van de hertog van Brabant voor de Meijerij van 's Hertogenbosch, in het gebied van Eersel, Arnoldus. Arnoldus is een zoon van Arnoldus Bleys en Aleidis van Steensel. Arnoldus moet 20 nieuwe penningen betalen voor de cijns van het stuk grond dat hij pacht van het erfgoed van Ancelmus. Dit stuk grond zal ruim anderhalve bunder groot geweest zijn. Het gaat hier om cijns voor de uitgifte van woeste gronden in de Kempen, in het noordoosten van Brabant.
Oorspronkelijk lag het economisch zwaartepunt in de Nederlanden in Vlaanderen. Vanaf de twaalfde of dertiende eeuw was er uitgebreide handel tussen Vlaanderen en Engeland. Engelse wol werd in de Vlaamse steden verwerkt tot laken, en dat leidde tot grote welvaart. Geen wonder, dat de Vlaamse steden tijdens diverse oorlogen partij kozen voor Engeland, terwijl hun graaf leenman was van de Franse koning.
In 1297 bezette de Franse koning Filips IV, de Schone (1285-1314) de graafschap Vlaanderen, in een poging om ook van dit leen een Franse provincie te maken. De steden, die bloeiden door de wolhandel met Engeland, verzetten zich echter. In 1302 versloegen de Vlaamse burgers het Franse ridderleger in de Guldensporenslag bij Kortrijk. Aan dit Franse ridderleger namen natuurlijk vele leenplichtige Franse heren deel, waaronder ook Jean Ratier III de Castelnau des Vaux, heer van Milhars; hij raakt dodelijk verwond bij Bergen (1304). Bron: Histoire sur Milhars (Tarn) aux confins de l'Albigeois, Rouergue et Quercy. Noot: in het gebied van Milhars ligt ook Labarthe Bleys.
Toen de Engelse koning Eduard I (1272-1307) echter zijn steun staakte moest Vlaanderen zich in 1305 alsnog onderwerpen. Toen in 1328 na Lodewijk X en Filips V echter ook de derde mannelijke zoon en troonopvolger van de Franse koning Filips IV, Karel IV kinderloos overleed, raakte Vlaanderen betrokken in het conflict tussen Engeland en Frankrijk. De Engelse koning Eduard III (1327-1377) meende meer recht op de Franse troon te hebben, dan koning Filips VI (1328-1350), de kleinzoon van Filips III (1270-1285). Eduard III probeerde daarvoor steun te krijgen van de anti-Franse volksbeweging in Vlaanderen. In 1339 begon hij de Honderdjarige Oorlog.
In 1378 ontstonden er in Vlaanderen opstanden tegen de hoge belastingen, opgelegd door de Fransgezinde graaf Lodewijk. De opstandelingen worden in 1382 bij Roosebeke verslagen met hulp van de hertog van Bourgondië, Filips de Stoute, die in 1363 van zijn vader, de Franse koning Jan de Goede (1350-1364) het hertogdom Bourgondië in leen had gekregen. Filips de Stoute verkreeg de erfenis van graaf Lodewijk, en werd aldus zelf vanaf 1384 graaf van Vlaanderen. Zo legde hij de bakermat voor wat later de Bourgondische Nederlanden zouden worden. In 1430 kwam ook het hertogdom Brabant onder Bourgondische heerschappij, en later in de vijftiende eeuw volgden ook de andere gewesten in de Nederlanden.
In 1435 werd bij de vrede van Atrecht de leenverhouding met de Franse koning ontbonden. De Bourgondische hertogen Filips de Goede (1419-1467) en Karel de Stoute (1467-1477) probeerden de Nederlanden te verenigen tot een Bourgondisch koninkrijk. Na 1477 komt de Bourgondische erfenis grotendeels aan aan het Oostenrijkse huis Habsburg. In 1500 wordt te Gent Karel V geboren, die zowel de Bourgondische landen als Spanje erft.
Na 1500 verschoof het zwaartepunt van de handel met Engeland van Vlaanderen (Brugge) naar Brabant (Antwerpen). Brugge was te ouderwets geworden, en schermde de handel teveel af van invloeden van buiten. Het is ook in de regio Antwerpen dat nu nog de grootste concentratie Bleijzen wordt gevonden. De oudste Brabantse Bleijs die we hebben gevonden, is Joris Bleijs, begraven op 3 augustus 1577 te Mol, in de Kempen. Waarschijnlijk is hij circa 1545 geboren.
In 1585 was het echter afgelopen met de voorspoed van Antwerpen. Vanaf 1523 begon onder Karel V in de Nederlanden de vervolging van Luthersen en Dopers. In 1563 vond het Calvinisme ingang. In 1565 werd onder Karels zoon Filips II de inquisitie verscherpt. In 1566 werd tijdens de Synode van Antwerpen de Calvinistische kerk gesticht, die in de noordelijke Nederlanden de staatskerk werd. Vanaf 1567 stichtte de hertog van Alva een militaire dictatuur, met de 'Bloedraad' in Brussel. Het gevolg was de Opstand van alle Nederlandse gewesten tegen Spanje (1568 tot 1648). Vanaf 1578 wist echter de Spaanse stadhouder-generaal Farnese eerst Artois en Henegouwen terug te winnen, en in 1585 heroverde hij Vlaanderen en Brabant. In 1578 werd Johannes Bleys bij Balen, in de Kempen, door de Spanjaarden vermoord.
Engeland steunde nu openlijk de noordelijke Nederlanden, en Spanje sloot als vergelding de havens van Antwerpen en Brugge. Het gevolg was tweeërlij: het economisch zwaartepunt verplaatste zich naar Holland, en er kwam een grote emigratie op gang van de gerekatholiseerde Spaanse Nederlanden naar Holland. In de eerste helft van de zeventiende eeuw herstelde de economie in Brabant zich weer enigszins, maar vanaf 1650 zakte deze weer in. Het gevolg was nieuwe migratie, nu op economische gronden in plaats van om politieke of religieuze redenen.
In 1663 duikt de naam Bleijs op in de Peel, tussen Deurne en Bakel, als Den Bluysacker. Het gaat hier vermoedelijk om de vanaf 1380 bekende hoeve Loefven, gelegen aan de Bakelse Brug in de verbindingsweg van Asten naar Bakel. Mogelijk kan deze hoeve ook geïdentificeerd worden met Lewbrugge, wat zoveel betekent als poel - lûf - in het moeras - broek. Was Bleijs dan toch uit de klei getrokken? Mogelijk heeft een Bleijs in 1663 de hoeve gekocht. De plek staat thans nog bekend als de buurtschap Bleijs in de gemeente Deurne. Bron: Ton Spamer; nog te publiceren onderzoek naar Deurnese Toponiemen 1300-1900.