Familie Bleijs - Bleys - Blijs


afbeelding

Labarthe Bleys

Labarthe Bleys betekent vermoedelijk: het Kreupelland van Bleys, van het Occitaans bartas, kreupelhout. Deze vertaling is ontleend aan de Diccionari Sabaud. Meer over de Occitaanse cultuur is te vinden op OccitaNet, en over de taal op La Lengua Occitane.

De eerste vermelding van Labarthe Bleys, dan nog zonder Labarthe, stamt uit 1598, toen Nicolas de Rabastens heer werd van Lexos en Bleys, en mede-heer van Arnac. In 1652 vinden we in Najac een vermelding van het huwelijk op 23 juli 1652 van Arnaud Touron, uit la Barte Bleys, met Jacquette Cadène uit Najac. Toch is het mogelijk om aan de hand van enkele monografieën op Internet, L'Histoire de Cordes, en Une certaine idée de l'histoire de Lexos en Histoire sur Milhars (Tarn) aux confins de l'Albigeois, Rouergue et Quercy ... het een en ander over de omgeving van Labarthe Bleys te reconstrueren.

Lexos ligt even ten noorden van Labarthe Bleys, aan de doorwaadbare plaats (gué) door de rivier de Aveyron. In Lexos kwamen vier routes samen:

afbeelding
  • De weg vanuit de Rouergue, via Villefranche de Rouergues, Najac, Varen, met een secundaire weg vanuit Rieuxpeyroux (zie kaartje middeleeuwse routes)
  • De weg vanuit de Quercy, door de vallei van de Seye, via Verfeil en Arnac
  • De weg vanuit Toulouse, Gaillac, rond de Grésigne, Vaour, Roussayroles, Milhars
  • De weg vanuit Albi, via La Dreche, langs Blaye, Les Monestiés, daarna door de vallei van de Cérou, langs Milhars. Deze laatste liep langs Labarthe Bleys.

Vele pelgrims van Santiago de Compostella zullen van de doorwaadbare plaats bij Lexos gebruik gemaakt hebben, totdat de vestingsteden Cordes (1222) en in Verfeil (1249) werden gebouwd en er ergens voor 1260 de brug bij Laguépie werd aangelegd.

In 1208 wordt vermeld, dat Arnac en het gehucht Lexos behoren aan de stad en de burgers van St. Antonin. Milhars viel in 1222 onder het net gestichte Cordes. In 1281 verkreeg Géraud IV de Cazaubon de baronie van Milhars en Feneyrols, omvattende 23 parochies, waaronder Mouzies, Cordes, Tonnac en Milhars. Dat was dus het gebied waarin we later Labarthe Bleys vinden. In 1292 werd Jean Ratier III de Castelnau des Vaux heer van Milhars. Hij nam deel aan de oorlog in Vlaanderen voor aansluiting aan de Kroondomeinen van Frankrijk; hij werd dodelijk verwond bij Bergen (1304). In 1337 ging de baronie van Milhars door huwelijk over op de familie de Bérail.

In 1339 brak de Honderdjarige Oorlog met Engeland uit. Toen in 1341 de belastinggrondslag werd vastegesteld maakten Arnac, Lexos en Varen net als La Capelle Bleys deel uit van het baljuwschap Najac. Van 1350 tot 1550 heerste de lepra, en ook de pest brak uit. Bovendien brandschatte de Zwarte Prins, Eduard, zoon van de Engelse koning Eduard III en gouverneur van Aquitanië in 1355 de Languedoc. In 1376 werden Penne en Milhars verwoest door de Engelsen. In Milhars bleven slechts vier families over. Milhars en Tonnac werden toen inmiddels beschouwd als gemeenschappen los van Cordes. In 1422 waren de Engelsen weer in de Albigeois; de huursoldaten bleven er tot 1439. In 1430 werd Jean de Rabastens benoemd tot heer van Arnac en Lexos.

In 1456 kwam Milhars in handen van de familie de Cazillac. Van 1510 tot 1523 heerste de pest weer in het gebied. In 1526 werden de Cazillacs van Milhars gevraagd door de protestanten om de burgers van St. Antonin te beschermen. De bevolking van Arnac en Lexos daarentegen hadden te lijden onder de aanvallen van de Hugenoten van St. Antonin en Verfeil, maar bleven trouw aan de koning en het katholieke geloof. In 1568 werd Milhars bezet door protestantse rebellen. Het raakte bekneld tussen de Hugenoten en de burgers van St. Antonin, en de papisten, die Cordes bezetten. In 1574 werd Milhars verwoest.

In 1598 was Nicolas de Rabastens heer van Lexos en Bleys, dat voor het eerst word genoemd, en mede-heer van Arnac. In 1599 verkocht hij Lexos en zijn deel van Arnac aan Charles de Cazillac-Cessac, onder andere heer van Milhars. Het is ons niet bekend of ook Bleys werd verkocht.

In 1621 zwierven er 800 rebellen in het gebied van Milhars, die jacht maakten op katholieken. In 1622 kwam koning Lodewijk XIII orde op zaken stellen in St. Antonin. In 1625 brakt de pest weer uit, meegenomen door de koninklijke troepen in 1622. De pest woedde door tot ca. 1655.

In 1633 was François II de Cazillac heer en baron van Milhars, en heer van Arnac en Lexos. Hij werd beschouwd als weldoener, omdat hij de pont van Lexos aanlegde, evenals diverse kleine industrieën die gebruik maakten van de waterstroom, zoals molens. Hij bezat de gemeenschappelijke oven van Arnac, en mocht zich hoge èn lage rechter van Arnac noemen. Vanaf 1730 deed de wijnbouw zijn intrede.

Na de revolutie in 1789 werd Frankrijk opnieuw ingedeeld, in departementen. Lexos en Arnac behoren vanaf 1808 tot het departement Tarn-et-Garonne. Milhars en Labarthe Bleys behoren tot het departement Tarn. La Capelle-Bleys behoort tot het departement Aveyron.