Familie Bleijs - Bleys - Blijs
Onzin & Fantasy

Partinoples, Grave van Bleys
In de zestiende eeuw ontstond in Spanje (Barcelona, Tarragon) het volksboek Partinuples, Conde de Bles, dat een bewerking was van de oudfranse versroman - Parthonopéus de Blois. Al voor 1551 werd in de zuidelijke Nederlanden een vertaling gedrukt - Partinoples, Grave van Bleys. In Nederland was al een ouder lied bekend - Parthonopeus van Bloys, dat vermoedelijk uit dezelfde bron stamt als de Franse versie. Het lied is een laat voorbeeld van de hoofse ridderroman.
Het boek handelt over Partinoples, Graaf van Bleys, neef van de koning van Frankrijk, die wordt uitverkoren om te huwen met de enige wettige dochter Melior van Keizer Juliaen van Constantinopel (vierde eeuw). Maar voordat het zover is moet hij hun verhouding twee jaar geheim houden. In die tijd doorstaat hij heel wat beproevingen, en tussendoor verdrijft hij ook nog even de Moren uit Frankrijk (achtste eeuw). Volgens het oudfranse lied ging het hier overigens om de Noormannen (negende en tiende eeuw). Uiteindelijk komt alles toch nog goed, en mag hij de Keizerin huwen.
Dit boek is te vinden bij
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren (DBNL) ...
Bleys, leermeester van Merlijn
In de vijfde en zesde eeuw verlaten de Romeinen Engeland, en vallen de Juten, Angelen en Saksen binnen. De Britten (Kelten) worden naar Wales, Cornwall, Schotland en Bretagne verdrongen. In de chaos die ontstaat treedt de legendarische Koning Arthur op, zoon en opvolger van Koning Uther Pendragon, opvolger van Aurelius. Adviseur van deze Uther was Merlijn, de tovenaar. Leermeester van deze Merlijn was Bleys (of Blaise), maar Merlijn streefde hem voorbij. Daarna legde Bleys zich toe op het opschrijven van al hetgeen Merlijn deed.
Toen er na de dood van Uther twijfel was over de herkomst van Arthur, kwam men uiteindelijk terecht bij Bleys, die op zijn sterfbed beschreef, hoe Merlijn en hijzelf aanwezig waren bij het overlijden van Uther in Tintagel. In een visioen zagen ze een draakvormig schip afkomstig uit de hemel, maar toen ze naar de zee holden, was het verdwenen, en vonden ze in plaats daarvan een kind, dat door vurige golven op het strand werd geworpen. Merlijn nam het op en riep: 'De Koning. Ziehier de erfgenaam van Koning Uther'.
Vooral vanaf de twaalfde eeuw zijn er naar aanleiding van de Arthur sage vele liederen gemaakt, als onderdeel van de in Zuid Frankrijk opgekomen hoofse lyriek. Het bovenstaande verhaal is ontleend aan het gedicht 'The Coming of Arthur' van Alfred Lord Tennyson (1870)
Voor meer informatie over Arthuriaanse literatuur, zie het
Camelot Project ... van de Universiteit van Rochester.
Vorige ...